De Peddemorsboerderij stamt uit de 17e eeuw en is voorzien van een zadeldak, een houten voorgevel top en vensters met kalf-roede verdeling en halve luiken. De exacte bouwdatum van dit Rijksmonument is niet bekend. De geschiedenis leert wel dat de boerderij rond 1680 werd bewoond door Berend Kuiper (zie boek 'Ken uw dorp').
Na een aantal geslachten Peddemors is de boerderij in 1969 aan de toenmalig gemeente Vriezenveen verkocht, waarna deze op de Rijksmonumentenlijst werd gezet. Insteek was dat het pand een culturele bestemming zou krijgen. Nadien is het pand een aantal keren gerestaureerd en opgeknapt om deze geschikt te maken voor culturele activiteiten. Een groot deel van de inrichting is nog in originele staat.
De boerderij is in 2022 geheel gerestaureerd en verduurzaamd. De ingang is verplaatst naar de achterkant. Er is een tochtsluis geplaatst. Ook is er een grote garderobe met toiletgroep en invalidentoilet geplaatst.
De vloer is geheel vervangen en voorzien van vloerverwarming met daarboven op weer de oude leemvloer. De trap is vervangen door een andere die in de garderobe is weggewerkt.
De keuken is vergroot en voorzien van een keuken die past in deze oude boerderij maar voorzien van moderne techniek.
Een pronkdeeltje is ook wel de audioruimte, waar beeld, geluid en belichting wordt geregeld tijdens de optredens en presentaties. Het is de bedoeling de Peddemorsboerderij nog veel meer in te zetten voor allerlei culturele evenementen en hiermee is er een onmisbaar stukje professionaliteit gecreëerd.
De Peddemorsboerderij is niet alleen beeldbepalend in het dorp. Voor een buitenstaander is het een interessante herinnering aan de historie. Zo werd er vroeger gewoond. Voor veel Vriezenveners zelf heeft dit monument nog veel meer betekenis. Er zijn mensen die de laatste bewoners ooit nog hebben gekend. Vriezenveens dichteres Jo Smelt wijdde er ooit in haar bundel
“’n Kastònjeboom’ al een mooi gedicht aan en dat begint als volgt:
“De oole Peddemorsboerderieje is al èènk’le eeuw’n oold.
En ’t is belòngriek dämme op ’t Vjenne dat huus heel goud in eere hoold”.