Van gemeentestrop tot sloop

Deze transactie van de gemeente deed indertijd veel stof opwaaien. Het heette dat een gedeelte der raadsleden volkomen was verrast en al direct na de aankoop kwam de kritiek. Enige raadsleden noemden het pand een strop voor de gemeente en ingezonden stukken in de bladen ademden dezelfde geest. Het doel waarvoor de gemeente het pand had aangekocht was dan ook niet duidelijk. Men zat er enigszins mee; een bestemming was er niet voor. Het was een ‘mooi pand’ en daarom had de gemeente het aangekocht. Enige raadsleden meenden een bestemming voor de villa te hebben gevonden. Ze wilden er een gemeentehuis van maken. Een voorstel dienaangaande werd met een kleine meerderheid verworpen. Toen werd het plan geopperd het pand te verhuren. Eindelijk lukte dit en kwam er een huurder opdagen. Deze aspirant huurder was een hele meneer en had heel wat plannen. Hij heette Wisse Dijkstra, kwam uit Amsterdam, was gehuwd en had drie kinderen. Hij zou in de tuin een kippenfokkerij inrichten. Het zou een bedrijf worden dat klonk als een klok; meneer zelf zou de villa gaan bewonen. De geboden huurprijs van f 1000,- per jaar was, zo meende de raad, nog zo gek niet. Het akkoord kwam tot stand en op zekere dag (29 juli 1921) arriveerde de mijnheer van het toekomstige hoenderpark met zijn hele hebben en houden op Vriezenveen. De buren die de ‘inboedel’ zagen arriveren, keken elkaar al eens aan en schudden het hoofd. Het leek hen niet veel zaaks, die mijnheer van het hoenderpark. Maar de informaties die de gemeente genomen had, waren prima, dus alles zou wel in orde zijn. Het eerste wat de nieuwe huurder deed was de villa herdopen in ’Engelenburg’. Een groot bord met koeien van letters vertelde de dorpers dat het dorp een ‘Engelenburg’ rijk was geworden. Om kort te gaan, de gehele kippenfokkerijgeschiedenis liep op niets uit. Er kwamen in het geheel geen kippen en de kippenkoning leeft van de hand in de tand. Heel wat geheimzinnige verhalen deden in die tijd de ronde. Maar één ding stond vast, het woord betalen stond niet in het woordenboek van de mijnheer van Engelenburg. De mensen konden naar hun centen fluiten. Na elf maanden was meneer met de noorderzon vertrokken (30 juni 1922). Wat hij achterliet was de naam Engelenburg, die nog aan de voorgevel van de villa prijkte. Na tijdelijke verhuur aan veldwachter Klinge en veldwachter Bruggeman, werd in 1923 villa Engels verkocht.

De ‘gemeentestrop’ de villa Engels, werd verkocht aan de heer Hendrik Abbink (Wone Hendrik) voor een bedrag van f. 9000,-.

Abbink ging zelf in het achterste boerderij gedeelte wonen en verhuurde de villa. Zijn eerste huurders waren het echtpaar Hammink. Zij woonden in de villa vanaf hun huwelijk op 27 oktober 1923 tot 1925. Hij was kantoorbediende/telegrafist op het plaatselijke postkantoor, en was coupeuse en is een breischooltje begonnen in de villa. Afhankelijk van het seizoen, werd het schooltje aan de westkant of de oostkant ingericht . ze verhuisden in 1925 naar Enschede.

Foto rond 1924, met Diederik Gerrit Hammink en zijn vrouw Aukjen Christina Fikkert. Zij waren de grootouders van Carla Brink-Hospers.

In 1932 werd zoon Jan Abbink eigenaar van het goed. Daarvoor, in 1931, werd het villa gedeelte gesloopt, en verbouwde hij het achterste gedeelte, de boerderij, waar hij later, met zijn zoon Henk, boerde en daarnaast melkrijder was. De nieuwe voorgevel van de boerderij kwam 15,30 m achter de oorspronkelijke voorgevel van de villa. Het adres was wijk2- 220 en later werd dit Oosteinde 183. In het zuidwestelijk deel van de voortuin van de villa bouwde de heer J.A. Rohof in de dertiger jaren een woonhuis met een schilders werkplaats (oosteinde 177 en 179). Rohof heeft voor dat zijn huis gebouwd werd nog een poosje als huurder in de villa gewoond. De tegenover de villa gelegen tuin aan de zuidzijde van de straat werd niet door de gemeente verkocht en werd in latere tijd gebruikt als opslag voor straatstenen e.d. in de meest noordoostelijke hoek bouwde de gemeente in de jaren twintig de dienstwoning voor de gemeenteveldwachter de heer H.A. Klinge (Oosteinde 150) Het achterste deel van de tegenover de villa gelegen grond werd in 1924 verkocht.

Jan Hendrik Schipper en zijn vrouw Hanna Stegeman (Boosman) zittende op een bankje voor hun huis, met op de achtergrond het stalgedeelte van villa Engels.

Foto 2-11-1956. Bruiloft van buurman Garriet Schipper. Rechts de achterste aanbouw van de boerderij van villa Engels, met daarachter het huis van Hospers.

In 1951 is er nog een plan geweest om in de Engelshof een ambtswoning voor de burgemeester te bouwen. Er was een mooie tekening gemaakt voor deze woning, maar uiteindelijk is het niet doorgegaan en werd er een ambtswoning gebouwd aan de Linthorstlaan. De Engelshof werd in 1970 verkocht voor f. 19.500,- aan H.L. Holland.

Foto rond 1924, met het echtpaar Hammink

Plan van de nieuwe burgemeesterswoning, wat niet is doorgegaan. De woning zou de naam Engelshof moeten dragen.

In 1971 werd boerderij Engels, verkocht aan de heer Harm Smoes, die er tot zijn dood op 9 november 2022 (85 jaar)gewoond heeft. De fam. Smoes heeft daarvoor nog in de oude boerderij van Holland gewoond (die i.v.m. de ruilverkaveling naar de Oostermaatweg was verhuisd). Na het overlijden van zijn vrouw en drie zonen, verwaarloosde hij de boerderij. Door allerlei lekkages begon de boerderij van achteraf steeds verder in te storten tot ook het voorhuis ook onbewoonbaar werd. De heer Smoes heeft toen nog een aantal jaren in een woonunit voor de boerderij gewoond. Na zijn overlijden in 2022 werd in 2023 de boerderij gekocht door Peter en Leonie Hof. Zij hebben de restanten van de boerderij gesloopt en er in 2024 een nieuw woonhuis gebouwd.

Jan Abbink en Harm Smoes.

Perceel 1839 is het Schoutengoed anno 2020.

Peter en Leonie Hoff met hun kinderen.

4-2-2025. Het nieuwe huis op het Schoutengoed.

Foto van Harm waarbij nog een deel van de achtergevel van de boerderij te zien is.