Maandag 31 oktober 2011

Expositie Groene Kruis door Hessel Boonstra

Vanaf donderdag 3 november is in de Peddemorsboerderij aan het Westeinde een expositie te zien over de voormalige afdeling van het Groene Kruis in Vriezenveen. Op de expositie worden oude attributen tentoongesteld die vroeger door het Groene Kruis werden gebruikt en natuurlijk zijn er foto’s die een deel van het verhaal van deze Vriezenveense afdeling in de gezondheidszorg vertelt. Ook worden een aantal originele documenten tentoongesteld uit het archief van de plaatselijke afdeling, een archief wat momenteel onderdeel is van het archief van het Historisch Museum Vriezenveen. Het hele verhaal van de Vriezenveense afdeling is in boekvorm weergegeven. Tijdens de expositie is er de mogelijkheid om hierop in te schrijven. Het boek vertelt het verhaal van de afdeling Vriezenveen van het Groene Kruis vanaf het ontstaan in 1907 tot de samensmelting met andere verenigingen in groter verband, de Stichting Kruiswerk Almelo en later Thuiszorg Noord West Twente.

Bij het Groene Kruis denken we aan de inzet van particulier initiatief, vaak notabelen die de organisatie van een stuk gezondheidszorg op zich namen. In Vriezenveen was dat niet anders. Burgemeester Johannes Conradus Bouwmeester bezocht begin 1907 op uitnodiging van geneesheer-directeur Vos van het sanatorium in Hellendoorn een lezing. Vos benadrukte in die lezing het nut van oprichting van plaatselijke afdelingen van het Groene Kruis.

Dit waren de woorden van Bouwmeester na de lezing:

“Hoe kon het ook anders, of het schoone doel van bevordering van ziekenverpleging, met andere woorden hulp aan de lijdende menschheid, moest wel algemeene sympathe opwekken”

Hij ging direct aan de slag om ook in Vriezenveen dit ideaal te verwezenlijken. En daar zien we dan meer notabelen uit Vriezenveen die hem daarbij hielpen. JF Jonker, fabrikant, L Rakhorst, arts, Aldershoff, hoofd van de school en nog een aantal anderen. Een bestuur werd gevormd, een algemene ledenvergadering werd gehouden en op 28 maart 1907 kon de Afdeling Vriezenveen van het Groene Kruis van start.

Bij het Groene Kruis denken we ook aan de enorme inzet van de wijkverpleegsters.

In het begin waren die er helemaal nog niet. Omdat er natuurlijk wel verzorgenden moesten zijn werd ter plaatse gezocht naar “eenige geschikte vrouwen”. In 1907 waren dat mevrouw Smelt voor het Westeinde en mevrouw Hospers voor het Oosteinde. Hoe dat ging met Westerhaar en Aadorp is niet bekend. En meer dames namen die ziekenzorg op zich, o.a. mevrouw Fikkert die in 1911 bij een “teringlijderes” 71 dagen verpleging had gedaan.

De financiële positie van de nieuwbakken afdeling liet nog niet toe dat er een echte wijkverpleegster, die werd pas benoemd in 1919. De gemeenteraad had een jaar daarvoor een financiele toezegging gedaan in de salariskosten van een aan te stellen verpleegster.

Er kwam een oproep in allerlei kranten; de nieuwe wijkverpleegster moest ook een diploma voor kraamvrouwenverpleging hebben.

Niemand kwam op de advertentie. Dan een tweede advertentie geplaatst, ook daar kwam niemand op. Pas toen in de derde advertentie het geboden jaarsalaris van f 1000,– naad f 1300,– ging en een rijwiel ter beschikking werd gesteld, kwam er reactie.

Twee wijkverpleegsters dienden zich aan, beiden met diploma’s voor ziekenverpleging en kraamverpleging. Zuster Valckenier uit IJmuiden en zuster Roldanus uit Amsterdam.

De laatste werd benoemd; de eerste wijkverpleegster in Vriezenveen, Maria Jacqueline Henriette Roldanus, geboren in Amsterdam op 23 juni 1881. Zij woonde in Vriezenveen in wijk 6 nr 721, ofwel bij M. Zandwijk.

In 1922 vertrok zuster Roldanus naar Zwolle en kwam zuster Anna Vos, nadien opgevolgd door meerdere verpleegsters. Op den duur kon 1 verpleegster het werk niet meer aan, er moesten meer komen. Men moet zich realiseren dat ook Aadorp en Westerhaar-Vriezenveenschewijk, Bruinehaar, De Pollen eventjes door die ene verpleegster werden bediend, door weer en wind en op de fiets, en niet alleen in de zomer!

Natuurlijk moest er onderkomen zijn waar verplegingsartikelen werden opgeslagen en van waaruit deze werden uitgeleend. Wijk IV nr 315 werd het eerste magazijn, depothouder D Bakker was eigenaar en bewoner ervan.

Vanaf 1919 werd de opslag en uitgifte gedaan vanuit het Groene Kruisgebouw aan de Almeloseweg, het eerste wijkgebouw. Naast het wijkgebouw woonde in die tijd de veldwachter (Marten de Jong), die wilde best een oogje in het zeil houden en hier en daar als depothouder optreden als het moest.

E.A. Jansen was de aannemer die het Groene Kruisgebouw aan de Almeloseweg neerzette voor het bedrag van f 3673,– en het verfwerk deed J. Dekker voor f 248,–.

Maar op den duur was er behoefte aan een flinker wijkgebouw met meer mogelijkheden en voorzieningen. In 1939 wilde het bestuur plannen ontwikkelen voor een nieuw wijkgebouw. De burgemeester toentertijd, Krol, had het oog laten vallen op een terrein in het uitbreidingsplan Het Midden wat toen al een paar jaar in ontwikkeling was. Na wat vergaderingen en over en weer gepraat met de gemeente werd het nieuwe wijkgebouw aan het Platanenplein gebouwd en geopend in 1941.

Dit gebouw heeft een aantal verwikkelingen en verbouwingen doorgemaakt en dienst gedaan tot het einde van het bestaan van het Groene Kruis in Vriezenveen.

Ook in Westerhaar-Vriezenveenschewijk was het onvermijdelijk dat er een wijkgebouw kwam. Een groeiende gemeenschap met een eigen wijkgebouw en eigen wijkverpleegsters was een noodzaak, de mensen hoefden niet meer naar Vriezenveen en de verpleegsters konden hun span of control met betrekking tot de patiënten inperken en daardoor betere dienstverlening doen.

In 1956 werd het wijkgebouw in Westerhaar-Vriezenveenschewijk geopend. De eerste verpleegster die in de woning van het wijkgebouw Hoofdweg 160 kwam wonen was zuster T.A. van Gemert.

Zonder hulpmiddelen konden de verpleegsters hun werk natuurlijk niet doen.

Het is ondoenlijk om ze allemaal op te noemen, maar wie kent de metalen spuit niet met dat vinnige naaldje eraan en dat glas in het midden? Of bij oogontsteking het oogbadje waar boorwater in ging en wat je tegen je oog moest houden, hoofd achterover en dan maar knipperen? Ondersteken, inhalators, ligtenten voor t.b.c. patiënten, de po, de ondersteek, vette watten, bedden, glycerinespuiten, weegapparatuur etc etc. En dan heb je nog maar een paar dingetjes gehad! Al die hulpmiddelen werden ingezet bij epidemische ziekten, huishoudelijke dienst, bakeren, consultatiebureaus, cursussen om als voorbeelden te dienen, hulpverleningsgevallen etc etc, kortom bij de taakuitoefening van het Groene Kruis Vriezenveen.

En dan de ambulances van het Groene Kruis Vriezenveen niet te vergeten. De eerste ambulance was een Fiat, een prachtwagen om te zien en de chauffeur was Gerrit Nijkamp.

Die ambulance kon al in 1919 worden aangeschaft. Christiaan Bernard Tilanus had naar aanleiding van zijn huwelijk, het Groene Kruis in Vriezenveen f 10.000,– geschonken! Voorwaarde was daarbij o.a. dat er een ziekenwagen aangeschaft moest worden.

De tweede ambulance, een Ford, werd bestuurd door Egbert Nijkamp, de zoon van Gerrit Nijkamp.

Daarna een Opel Kapitan en een Mercedes Benz.

Al met al is het Groene Kruis in Vriezenveen een goed lopende vereniging geweest, waarvan de toewijding en inzet van allen die erbij betrokken waren meermalen geroemd werd door provinciale of landelijke vertegenwoordigers van het Groene Kruis die de ledenvergaderingen hier wel eens bezochten.

De openingstijden van de Peddemorsboerderij waarop de expositie Groene Kruis Vriezenveen is te bezichtigen:

Donderdag 3 november van 14.00 uur – 17.00 uur en 19.00 uur – 21.00 uur

Vrijdag 4 november van 14.00 uur – 17.00 uur

Zaterdag 5 november van 14.00 uur – 17.00 uur

Donderdag 10 november van 14.00 uur – 17.00 uur en 19.00 uur – 21.00 uur

Vrijdag 11 november van 14.00 uur – 17.00 uur

Zaterdag 12 november van 14.00 uur – 17.00 uur

Entree: één euro.